top of page
Foto van schrijverNofar Van Frank

Positive mindset - Hoe leer ik mijn kind dat?

Bijgewerkt op: 22 aug. 2022

Wist je namelijk dat je zelf geheel de controle hebt over je eigen gedachtes? Ook al lijkt het alsof dit vanzelf gaat, je kunt jouw gedachtes wel degelijk sturen. Jij kunt ervoor zorgen dat je positiever in het leven staat en er bewust voor kiezen om je niet te laten beïnvloeden door negatieve gedachtes / meningen / emoties.

Als jij het leert, geef je je eigen kinderen de beste voorbeeld om positiever in het leven te staan.



Het lijkt erop dat we vandaag de dag steeds meer met negativiteit worden geconfronteerd, waardoor het voor sommige kinderen moeilijker is om nog op een positieve manier te denken. Wanneer dit het geval is dan is het eenvoudigweg tijd om weer even te kijken en te bedenken hoe werkt het bij onze kinderen.


Gedachten zijn maar gedachten. Positieve gedachten zijn daarin niet anders dan negatieve gedachten. Het zijn gewoon wolken aan de lucht, sensaties in je brein. Je kunt ze heel serieus nemen en er eindeloos op ingaan, maar je kunt er ook luchtiger naar kijken en ze rustig observeren.

Gedachten komen en gaan. En het is aan jou om te bepalen op welke gedachten je ingaat. Als je een positieve mindset wilt ontwikkelen is mijn suggestie dat je de donkere donderwolken lekker voorbij laat drijven, en je aandacht richt op de blijere witte wolken.


Ons manier van denken - de denkpatroon - is bij kinderen ook wel een groeipatroon genoemd. Deze is erg beinvloedbaar en dus ook makkelijk te leren. De leerproces van hun denkpatroon is ondersteund door een leertrap. In dit artikel lees je hoe je de leertrap kunt gebruiken voor het veranderen van de denkpatroon van jouw kind. De verschillende treden worden uitgelegd met per trede de ondersteuningsbehoefte van het kind. Zo weet je hoe je jouw kind zo goed mogelijk kunt begeleiden bij zijn leerproces.


Wat is de leertrap?

De leertrap is gebaseerd op de ‘Zone van de naaste ontwikkeling’ van Vygotsky (1978). De ‘Zone van de naaste ontwikkeling’ (ZNO) gaat ervan uit dat een kind het meeste leert als je hem uitdaagt activiteiten te doen die net boven zijn eigen niveau liggen en hierbij de nodige ondersteuning biedt. Door te weten op welke trede het kind staat, weet je welke ondersteuning het kind nodig heeft.

De leertrap laat de verschillende stappen in een leerproces zien. Het aanleren van nieuwe vaardigheden, kennis of nieuw gedrag gaat niet vanzelf. Het is een proces, waarin je steeds stapjes zet. De leertrap helpt kinderen te begrijpen dat iets nieuws leren moeite kost. Daarnaast geeft het inzicht in het proces van het kind en aanknopingspunten om aan te sluiten bij de ondersteuningsbehoefte van het kind. De leertrap maakt zichtbaar welke stap een kind zet, ook al is dit niet zichtbaar in z’n werk. Op deze manier stimuleer je het doorzettingsvermogen van kinderen. Elk stap moet het kind tegenslagen durven aangaan. Het leerproces haalt het kind uit zijn comfortzone.


Ondersteuningbehoefte bij de leertrap

Hou rekening met de individuele verschillen: niet iedereen zal op dezelfde trede starten. Sommige kinderen zullen al gemotiveerd zijn, anderen hebben al met de taak geoefend en anderen zullen de taak al (deels) beheersen. Soms gaat een kind na een korte uitleg 2 treden vooruit, terwijl andere kinderen langer de tijd nodig hebben om een stap te nemen. Het is dan veel relevanter om te kijken naar welke stappen een kind genomen heeft, in plaats van te kijken naar het eindresultaat.



Stap 1: Ik doe het niet

Het kind laat weerstand zien en wil niet iets nieuws leren. Hij ziet er het nut niet van in of wil niet uit zijn veilige comfortzone stappen. Iets nieuws leren kan gaan over elke vaardigheid of gedrag; hoe klein of groot ook. Bijvoorbeeld leren zwemmen, specifieke leerstof op school of het leren van nieuw gedrag.


Ondersteuningsbehoefte Geef het kind uitleg over de te leren vaardigheid. Vertel waarom het fijn is om het te leren en wat dit oplevert voor het kind zelf. Stel het kind vragen zoals:

“Wat zal het je opleveren als dit kan? Wat is er dan fijn voor jou en voor je omgeving?


Stap 2: Ik kan het niet

Van niet willen naar niet kunnen is een moivatie stap. Je kind begint langzaamaan gemotiveerd te raken en wil iets gaan leren, maar merkt tegelijkertijd dat het nog helemaal niet lukt. Je kind ziet wat hij moet kunnen om de vaardigheid te leren en beseft dat hij dit nog helemaal niet kan.


Ondersteuningsbehoefte Stimuleer en motiveer het kind door een positieve benadering. bijvoorbeeld maak een vergelijking met leren lopen. Het kind heeft ooit leren lopen, maar dit lukte ook niet in één keer en kostte veel moeite.

“Het kost tijd en oefening om iets nieuws te leren. Dat is niet erg, dat hoort erbij. Soms voelt het niet fijn, maar als je doorzet zul je merken dat het toch lukt en dan zal je zeker trots voelen.


Stap 3: Ik wil het doen

Van negatief denken ("niet") naar positief ("wil"). Het kind wil inzet tonen om de vaardigheid te leren doen.


Ondersteuningsbehoefte Bekrachtig de motivatie van het kind en ondersteun door compliment te geven over de inzet die het kind toont.

“Ik zie dat je het graag wilt leren, wat fijn!"

"Probeer het maar op jouw manier.”



Stap 4: Hoe zal ik het doen?

Je kind begint te denken in actie. Hij komt erachter dat het niet zo makkelijk is als hij dacht. Je kind gaat op zoek naar strategieën om het te leren.


Ondersteuningsbehoefte Vraag het kind naar zijn ideeen om met de taak om te gaan. Op welke verschillende manieren hij de taak kan aanpakken? Wat zou zijn eerste stap zijn? Wat denkt hij te werken? Je kan ook zelf ondersteunende tips voor leerstrategieën geven.


"Wat denk je te doen?

"Wat zou dan kunnen gebeuren?"

Stap 5: Ik ga het proberen

Je kind zet door en neemt de stap om het te gaan proberen. Het lukt niet meteen, maar door het op verschillende manieren te proberen, leert je kind steeds meer.

Erg belangijrk hier is het erkennen van gevoelens die naar boven komen: hoe voelt het om erover te gaan?


Ondersteuningsbehoefte Bekrachtig het doorzettingsvermogen. Zeg bijvoorbeeld: “Knap dat je het blijft proberen, zo ga je het leren!”

"Hoe voelt dat om ervoor te gaan?"


Stap 6: Ik probeer het nog een keer

Je kind merkt dat het niet gelijk lukt en kan gedemotiveerd raken: “Het lukt me nooit!“. Ondersteun het kind en biedt hem hulp als hij merkt dat nodig te hebben.


Ondersteuningsbehoefte Erken de onzekere gevoelens die het kind krijgt in het leerproces en herinner het kind dat iets nieuws leren moeite kan kosten. Motiveer het kind vervolgens om door te zetten. Geef het kind ook een tip als hij dat nodig heeft. Bijvoorbeeld: “Probeer het eens op een andere manier”,

“Jammer, het lukt niet meteen en dat had je wel gehoopt".

"Iets nieuws leren kost tijd en moeite. Zet door, je bent al zover!” “Vraag hulp als het niet alleen lukt”

“Probeer het morgen nog eens als je weer fris bent”.


Stap 7: Ik doe het

Het kind is er! Hij of zij krijgt het gevoel dat het toch gaat lukken.


Ondersteuningsbehoefte Het kind krijgt weer een positief gevoel en heeft het nu vooral nodig om zijn enthousiasme te delen. Bekrachtig het fijne gevoel van het kind door te luisteren en te zeggen dat jij het ziet.


"Ik zie dat het jou lukt, heel knap hoor"


Stap 8: Ja, ik heb het gedaan!

Het is gelukt! Je hebt een nieuwe vaardigheid je eigen gemaakt. Dit geeft je kind het vertrouwen dat hij iets moeilijks de volgende keer ook kan leren, als hij maar doorzet. Je kind ontwikkelt hierdoor zelfvertrouwen.


Ondersteuningsbehoefte Complimenteer de inzet en het doorzettingsvermogen van het kind. Dus in plaats van te zeggen: “Wat kun je nu goed fietsen” zeg je: “Wat heb jij flink doorgezet toen het lastig werd!”.

Reflecteer met het kind op het leerproces. Stel vragen zoals: “Weet je nog toen je het even niet meer zag zitten, wat heb je toen gedaan?” “Wat hielp nog meer om door te zetten?” “Wat heeft dit doorzetten opgeleverd?”




Voor elke deur die sluit gaat er ook minimaal eentje open. De kunst is alleen om dat perspectief in te nemen. Dat wordt eenvoudiger als je wat afstand hebt van je gedachten, en het wordt sowieso makkelijker als je oefent.

Ga er vanuit dat je in elke gebeurtenis iets positiefs kunt vinden, en richt daar je aandacht op. Dat is soms moeilijk – maar dat maakt de oefening niet minder lonend.


Hoe beter je hierin wordt, des te zonniger de wereld om je heen begint te worden. Je ziet minder reden om negatief te zijn, omdat er altijd aspecten te vinden zijn om je dankbaar voor te voelen. Best fijn.



Bronnen

Carol S. Dweck (2018) Mindset, verander je manier van denken om je doelen te behalen. Amsterdam: Swp, Uitgeverij B.V.

Vygotsky (1978) in P. H. Miller (2010). Theories of developmental psychology. New York: Worth Publishers.

Psychogoed.nl - Groeimindset.


237 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page