We zijn allemaal geneigd om te zeggen wat je kind niet moet doen. ‘Niet rennen’, ‘niet zo gevaarlijk doen’, ‘stop met plagen’, ‘geen geluiden maken’ enzovoorts. Soms gaat het zo de hele dag door. Kinderen weten niet wat ze dan wel moeten doen. Het klinkt misschien raar, maar kinderen weten meestal niet hoe ze moeten stoppen, of wat ze dan in plaats van hun ‘ongewenste’ of ‘irritante’ gedrag kunnen doen. Hierbij hebben ze jouw hulp nodig. Maar hoe doe je dat op een positieve manier?
Kinderen die hun eigen gang gaan, niet luisteren en niet doen wat jij wilt, zelfs niet vele keer vragen, dat is vermoeiend en kost ons veel energie. Hoe fijn zou het zijn als je kinderen meteen luisteren en goed gedragen? Het ligt bij ons!
Het woordje ‘niet’ werkt niet
Onbewust horen kinderen alleen jouw boodschap zonder het woordje ‘niet’. Ze horen dus alleen waarvan jij wilt dat ze ermee ophouden. Ook bij volwassenen werkt dit proces op dezelfde manier. Denk maar eens aan het grapje: ‘Denk niet aan een roze olifant’.
En wat doe je? Meteen denk je toch aan een roze olifant. Zo zijn onze hersenen geprogrammeerd. Dit gaat razendsnel en onbewust. Het is niet tegen te houden. En zo werkt het bij kinderen ook. Als je zegt wat ze niet moeten doen, dan gaan ze dit juist doen. Dus stop met zeggen wat je kind niet moet doen en start met zeggen wat je kind wel moet doen. Zeg bijvoorbeeld in plaats van “niet rennen”: “loop rustig de trap af”.
Hierdoor hoort je kind op onbewust niveau wat het moet doen. En het is ook nog eens veel duidelijker en concreter voor kinderen. Je kind weet wat er van hem of haar verwacht wordt. Een bijkomend voordeel is dat deze manier van opvoeden een positievere sfeer creëert. Je hoeft niet meer constant politieagentje te spelen, en het voelt meteen veel prettiger. Dus spreek je verwachting uit.
Hoe doe je dat?
Wacht even voordat je je kind corrigeert.
Denk eerst na welk gedrag je wel wilt zien. Als je niet meteen weet welk gedrag je verwacht van je kind, bedenk dan eerst welk gedrag jou stoort. Vervolgens bedenk wat hiervan het tegenovergestelde is: wat wil je dat je kind wél doet? Dat is meestal het wenselijke gedrag.
Benoem dan het gedrag zo rustig, duidelijk en concreet mogelijk.
Oplossingsgericht kijken
In plaats van steeds weer na te denken en te praten over wat er mis gaat en waarom, kijk je juist naar mogelijkheden. Waar ben je al tevreden over en hoe kun je dat uitbreiden? Het oplossingsgericht werken komt oorspronkelijk uit de psychotherapie. Tegenwoordig wordt het ook vaak gebruikt in het onderwijs, bij coaching en in het bedrijfsleven, omdat het zo goed werkt.
1. Kijk naar mogelijkheden en uitzonderingen
Als je oplossingsgericht opvoed kijkt je juist naar wat wel goed gaat. En je let op uitzonderingen, de situaties waarin het plotseling ineens wel goed is gegaan. Door te letten op momenten die goed gaan, ontstaat er meer creativiteit. Maak daarbij ook gebruik van de krachten en kwaliteiten van het kind. Wat zijn hun talenten? Wees bewust van de krachten en leer ze te zetten in waar je kan. Goede complimenten geven kun de krachten versterken. Het geven van complimenten maken ook een belangrijk deel uit van oplossingsgericht opvoeden. De manier waarop je een compliment geeft maakt het verschil. Bekrachtig bijvoorbeeld niet het resultaat (‘wat een mooie tekening’), maar het proces (“Wat ben je goed bezig”).
2. Aandacht voor gevoelens
Emoties spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen. Ze bepalen voor een groot deel hoe kinderen zich gedragen. Er bestaat dus een sterke link tussen gedrag en gevoel. We willen vaak dat kinderen zich anders gedragen, maar daarvoor moeten we eerst aandacht geven aan hun emoties. Als we emoties zien en er goed mee omgaan, dan verandert het gedrag vaak vanzelf.
Een oplossingsgerichte opvoeder zal emoties erkennen. Ook je eigen gevoelens. Je mag best een keer boos zijn of kortaf reageren. Het gaat erom dat je gevoelens erkent. Door je kind serieus te nemen en te erkennen, voelen ze zich begrepen en prettiger. Erkennen van gevoelens kan door aandacht te geven aan het gevoel van je kind. Benoem het gevoel en luister er naar. Dit kan door middel van non-verbale signalen, maar ook door jouw reactie. Bijvoorbeeld door bijna letterlijk te herhalen wat je kind zegt of door het stellen van oplossingsgerichte vragen zoals wat zou je kunnen doen om fijner erbij te voelen?
3. Jij bent de expert
Er worden vaak veel adviezen gegeven over opvoeden. Maar wat voor de één werkt, werkt niet automatisch voor de ander. Elk gezin, elk kind en elke ouder is anders. In het oplossingsgericht denken gaan we ervan uit dat jij als ouder het beste weet wat goed is voor jouw kinderen. Jij bent bij alle belangrijke momenten geweest en brengt het meeste tijd met ze door. Daarnaast is het ook belangrijk dat oplossingen en adviezen bij jou, als vader of moeder, passen. Als iets bij je past dan werkt het ook beter.
Door goed na te denken over wat werkt in jouw gezin, vind je vaak veel sleutels voor oplossingen. Werkt het niet wat je steeds doet? Doe dan eens iets compleets anders. Wees creatief, bedenk iets wat je kind nooit zou verwachten, daar houden kinderen van!
Positief opvoeden zorgt voor een goed en stevig contact met jouw kind, zorgt dat je positief je kind kunt benaderen en versterkt jullie band.
Commentaires