Verhalen verzinnen die totáál niet waar zijn of niet kloppen: alle kinderen liegen weleens. Voor jonge kinderen is dat zelfs heel normaal. Maar wat is “normaal” voor welke leeftijd en hoe kun je als ouder het beste reageren als je kind liegt. Hier lees je per leeftijd waarom je kind liegt en hoe je daarmee om kunt gaan.
Liegen is niet altijd erg, het hoort bij de ontwikkeling van een kind. Daar staat tegenover dat het liegen van je kind niet iets is dat je moet toejuichen en wel onder controle hebben. Er zijn verschillende gradaties in het liegen én verschillende leeftijden waarop kinderen moeten leren wat wel of niet kan als het om liegen gaat.
Maar waarom liegen kinderen? wat is de reden kinderen beginnen ermee?
Waarom liegen kinderen?
Een kind liegt nooit zomaar. Liegen heeft te maken met de fase waarin een kind zit in zijn ontwikkeling of met een bepaalde angst. Bijvoorbeeld omdat je kind bang is voor straf of afkeuring. Je kind wil dan door te liegen een straf voorkomen. Of je kind is erg onzeker en doet zichzelf anders voor dan hij is. Dan wil je kind jou of iemand anders niet teleurstellen. Ook kan het zijn dat je kind aandacht wil krijgen met z’n lieggedrag of dat het een geheim moet bewaren en liegt om zichzelf of iemand anders te beschermen.
Zoals te zien zijn er verschillende redenen voor het liegen, maar leeftijd speelt hier ook een rol. Kinderen tot ongeveer 7 jaar liegen niet bewust, dan noemen we het ook jokken, niet moedwillig liegen. Als je liegt, moet je je namelijk kunnen begrijpen en beseffen of kunnen bedenken wat de ander wel of niet weet. En daarin ga je een variant bedenken, en de ander ervan te overtuigen. Dat is niet makkelijk, je moet hiervoor al veel sociale en cognitieve vaardigheden hebben. Zeker jonge kinderen kunnen dit nog niet.
kinderen van 2-5 jaar
Bij jonge kinderen die niet de waarheid zeggen heeft het te maken met hun fantasie en werkelijkheid die soms nog door elkaar heenlopen, waardoor ze nog niet goed onderscheid kunnen maken tussen wat echt gebeurd is en wat ze graag zouden willen. Hun fantasie: denkbeeldig vriendje, prattende knuffels of monsters onder hun bed kan hun gedrag dus leiden. Ook als ze bijvoorbeeld iets heel graag willen, dan kunnen ze doen alsof het echt is. Daarnaast verwerken kinderen bepaalde gebeurtenissen of indrukken op z'n manier.
Als je kind op deze leeftijd een leugen vertelt, dan is het vaak heel duidelijk. Je ziet het meteen aan het gezicht van je zoon of dochter. Of je kind vertelt meteen na de leugen toch de waarheid. Ze begrijpen wel al dat als je iets stouts gedaan hebben maar het heeft dan ook weinig zin om een peuter te straffen voor zijn gelieg, simpelweg omdat hij nog niet doorheeft dat hij iets verkeerd doet.
Die leugentjes om eigen bestwil zijn de eerste leugens waar een peuter mee experimenteert. Je kunt beter op zo’n moment zeggen: ‘Kijk, de vaas is gebroken’, in plaats van: ‘Heb jij de vaas gebroken?!’. “Een boze beschuldiging vraagt erom om met een leugen beantwoordt te worden.
Kinderen van 6-8 jaar
Het liegen is hier nog steeds erg onschuldig en niet bewust. Maar je kind wordt wel beter in liegen. Ze kunnen nu veel langer een leugen volhouden, zelfs als je doorvraagt. Maar 5 tot 8-jarigen kun ook best leugens vertellen die niet zó onbaatzuchtig zijn. Op deze leeftijd vertellen kinderen leugens vanwege allerlei redenen. Ze zijn bijvoorbeeld bang dat hun ouders anders teleurgesteld zijn, ze straf zullen krijgen of omdat ze te veel werk op hun bordje krijgen. Stel, je kind heeft moeite met rekenen. Als je vraagt naar zijn wiskundehuiswerk, zal je kind misschien wel zeggen dat hij geen huiswerk heeft, juist vanwege de moeite die je kind ermee heeft. Vóórdat je je kind sancties opgelegd, is het beter om te vragen naar zijn beweegredenen.
Kinderen van 9-12 jaar
Als je kind ouder wordt, begrijpt het steeds meer. Je kind begrijpt dat als het iets doet, dat een bepaald gevolg heeft. Het liegen wordt nu dus bewuster. Liegen op deze leeftijd komt vaak voort vanuit angst. Angst voor een straf of afwijzing. Onzekere kinderen kunnen zichzelf beter voordoen. Ook leugens over dagelijkse bezigheden waar je kind geen zin in heeft, komen op deze leeftijd veel voor. Liegen over huiswerk, tanden poetsen of een klusje bijvoorbeeld. Kinderen van deze leeftijd beschikken al over veel meer sociale en cognitieve vaardigheden, waardoor het liegen steeds moeilijker te herkennen is. Op de leeftijd van ongeveer negen jaar, krijgen kinderen steeds meer vat op het verschil tussen waarheid en fictie. Maar dat betekent wel dat er daardoor een soort ‘grijs gebied’ ontstaat. Soms snappen kinderen precies wat nou fictie is en wat niet, maar soms dus ook helemaal niet.
Datzelfde grijze gebied omsluit de mate waarin je kind iets over zijn ‘privéleven’ met je deelt. Vertelde je kind eerst alles wat hij meemaakte op een dag tot in detail, nu wordt dat steeds minder. En dat betekent niet dat je kind opeens allerlei sneaky dingen uitspookt, maar dat hij steeds meer opgroeit.
Kinderen vanaf 12 jaar
Pubers kunnen heel goed zijn in liegen. Ze hebben veel inzicht in gedrag, de gevolgen ervan en weten ook goed hoe anderen denken. In deze levensfase gaan kinderen zich afzetten tegen hun ouders. Bijna iedere puber liegt weleens tegen z’n ouders. Je puber wil niet meer alles met jou delen. Ook weet je puber dat jij het liefste ziet dat hij keurig z’n huiswerk maakt, z’n kamer opruimt, maar je kind wil experimenteren en veel tijd doorbrengen met vrienden. Hier wordt dan ook regelmatig over gelogen door kinderen op deze leeftijd. Pubers denken nog vaak aan de korte termijn en een leugen levert op korte termijn soms meer op dan eerlijk zijn. Ze denken nog niet zo snel aan de gevolgen van het liegen op de lange termijn.
Wat doe je als ouder?
Kinderen die angstig zijn of het gevoel hebben de ze een situatie niet de baas zijn, kunnen liegen. Het kan een teken zijn van verschillende soorten stress. Daarom is het belangrijk om te achterhalen bij veel liegen wat er achter zit.
Deze 3 stappen werken erg goed bij jonge kinderen (van 2 jaar tot ongeveer 8 jaar), waarbij liegen niet bewust is. Stel niet de vraag: “Heb jij dat kapot gemaakt?”, maar benoem wat je ziet. “De spelgoed is kapot.” Vraag ook niet of ze gelogen hebben, maar laat ze wel al vanaf jonge leeftijd weten dat eerlijk zijn belangrijk is.
STAP 1. Benoem wat je ziet --> "ik zie dat de spelgoed kapot is".
STAP 2. Erken de wens of behoefte van je kind --> "Dat vindt jij waarschijnlijk erg jammer".
STAP 3. Zeg wat je verwacht of stel een grens --> "We gaan het fixen, en zorgen dat het niet weer gebeurt. Anders hebben we nieks om mee te spelen".
Vanaf 9 jaar kan je als ouders anders mee om. Ten eerste is het belangrijk om zélf het goede voorbeeld te stellen. Je kind spiegelt zich aan jouw gedrag. Ten tweede is het van belang dat met je kind blijft praten. Leg uit wat de schade kan zijn van (frequent) liegen: het kan de geloofwaardigheid én relaties van je kind beschadigen. Blijf met elkaar praten en uiteindelijk zal je kind uitgroeien tot een eerlijke en evenwichtige volwassene.
Meer tips als ouders
Liegen hoort erbij
Het hoort bij de ontwikkeling van je kind. Je kind probeert uit en leert daardoor heel veel.
Stop met straffen
Vaak liegen kinderen om een straf te ontwijken. Als je regelmatig straft, wekt dat lieggedrag in de hand. Je kind wil dan de straf ontlopen door te liegen. Laat je kind logische consequenties ervaren van z’n gedrag, maar straf niet.
Luister en blijf rustig
Als je kind je iets vertelt, probeer dan altijd rustig te blijven. Kinderen liegen vaak omdat ze niet willen dat hun vader of moeder boos op ze wordt. Probeer dit dus te voorkomen. Blijf betrokken en probeer je in te leven in je kind en help je kind bij het bedenken van een oplossing.
Zoek naar de oorzaak
Kinderen liegen niet zomaar. Praat erover met je kind. Doe dit op een rustige, betrokken manier zonder verwijten. Stel bij voorkeur geen vraag die met ‘waarom’ begint, want dan voelt je kind zich waarschijnlijk aangevallen. Probeer een vraag die begint met ‘Hoe’, ‘Wat’ of ‘Waar’, zoals:
Hoe kwam het dat je iets anders zei?
Wat was er aan de hand?
Wat dacht je? Wat ging er in je om?
Waar was je bang voor?
Wat zou er kunnen gebeuren als je het meteen gezegd had?
Eigen voorbeeld
Vertel je kind dat jij eerlijk zijn belangrijk vindt en geef het goede voorbeeld. Lieg zelf niet en blijf altijd eerlijk. hou aan je eigen word tegenover anderen en voornamelijk tegenoverr je kind. Leg je kind uit wat de gevolgen van liegen zijn. Benadruk dat jij het belangrijker vindt dat je kind de waarheid vertelt, dan dat het iets stoms of stouts heeft gedaan. Laat je kind weten dat het ook vervelende dingen mag vertellen aan jou. Ook dingen die je kind verkeerd heeft gedaan, en beloof dat je dan niet boos zult worden (en hou je aan deze belofte).
Complimenten bij eerlijk zijn
Geef complimenten als je kind eerlijk is. Voordat je een reactie geeft op wat je kind vertelt, benadruk je eerst dat je het fijn vindt dat je kind het eerlijk aan jou vertelt. Vertel erbij dat je daardoor je kind beter kunt helpen. Vraag aan je kind hoe het gelukt is om eerlijk te zijn. Door deze vraag kun je zelf ontdekken wat je kind helpt om vaker eerlijk te zijn.
Het creëren van een veilig en positief omgeving is belangrijk om liegen te voorkomen of te verminderen!
Comments